Robin Adriaens

On view
at Life is Art Gallery

Elke beeldende kunstenaar bevindt zich in een soort zwembad samen met alle anderen,
gevuld met complexiteiten en diverse praktijken. Ieder van hen zal vroeg of laat herhaaldelijk uitgedaagd worden om zijn/haar artistieke praktijk verbaal of geschreven toe te lichten. Als mij gevraagd wordt wat ik juist doe, zeg ik meestal gewoon kort: ‘ik maak rommel’. Het komische effect van de reactie en verwarring van velen zijn meer dan genoeg reden om dit zo te verkondigen. Maar gelukkig zit er toch net iets meer achter.

Ik haal namelijk veel van zowel mijn materiaal als inspiratie vanop straat. De bruisende maar vaak vieze straten van Antwerpen. Alles van korte ontmoetingen en bevindingen tot banale taferelen en rariteiten liggen aan de basis van alle opvattingen en ideeën die zich uiteindelijk zullen vormen tot een werk. Gevoed door een rijke verbeelding tracht ik elk idee ongefilterd te vertalen naar beelden die ‘kloppen’ binnen de grenzen van mijn wereldje. Deze beelden settelen zich vaak op houten planken of andere objecten die afgedankt zijn door hun vorige eigenaar in een container of gewoon tegen een gevel. De tactiele aspecten van sommige van deze objecten kunnen me ook genoeg prikkelen om er meteen mee aan de slag te gaan en in te spelen op zijn kenmerken.

Ondanks dat ik rommel van straat raap en het vervolgens ‘nieuw leven’ geef, probeer ik
doorheen het proces het object niet anders te behandelen dan dat. Rommel. Dit heeft te
maken met een zelf-kritische blik op mijn werk die ervoor zorgt dat het werkproces productief verloopt. Naast de constante zoektocht in mijn verbeelding in verhouding met mijn omgeving, loopt een eindeloos visueel en tactiel onderzoek, gedreven door intuïtie. Wanneer
een idee zich voordoet mag een vooropgezet beeld van het eindresultaat niet in de weg staan van spontaniteit en toevalligheden die zich kunnen voordoen. Bij elk nieuw werk wil ik verrast worden om het daarna opnieuw in vraag te stellen.


Op deze manier staat elk nieuw werk rechtstreeks in relatie tot alle vorigen. Wat bij het vorige werk ondervonden of ontdekt werd, bewust of onbewust, wordt telkens meegenomen naar de volgende. Zo wordt het bijna een aaneenschakeling, ondanks hun verschillen. Humor is zeker een rode draad doorheen mijn werk. Ik ben steeds op zoek naar dingen die ik in het belachelijke kan trekken of toch op zijn minst de draak mee kan steken. Ikzelf ben daar geen uitzondering op. Inhoudelijk speel ik graag met taboe en de vulgaire aard van de mensheid. In contrast met deze ‘volwassen’ thema’s is jeugdigheid en een zekere kinderlijke expressie belangrijk voor mijn beeldvorming. Dit stelt me in staat om mijzelf beter te begrijpen en opnieuw kritisch te zijn om zo iets ruw en zuiver te bekomen dat hoe langer hoe meer eigenheid uitstraalt.

On view at Life Is Art Gallery.