Veerle

Veerle Bresseleers developed her art work
by becoming a true young cartoonist.
She will show her
work at KAVKA OUDAAN.

October 6, 2021

Instagram: @gaatgoedhoor

Cool fact: Op haar instagram account maakt Veerle iedere dag een cartoon! Of ja, bijna iedere dag!

“Gaat Goed Hoor” is de naam voor jouw cartoon. Hoe is dat gekomen?

Het was begonnen midden in de quarantaine. “Gaat Goed Hoor” is sarcastisch dus, want ja, “ging echt niet goed hoor”. Eerst dacht ik dat ik zou sterven aan Corona, maar na ongeveer een half jaar ging ik vooral dood van verveling. En toch zie je dan mensen op Instagram work-outen, spiritual awakenings hebben en bezig zijn met allerlei leuke dingen. Ondertussen was ik al drie dagen niet uit bed geweest. Dus had ik een tekening gemaakt die zei van “jongens, ik heb al drie dagen niets gedaan”. Mensen reageerde van “ah ja ik ook niet, nice!”. We waren gewoon allemaal niets aan het doen. Dat was denk ik een beetje de basis van Gaat Goed Hoor, die schone schijn. Daarna ben ik elke dag tekeningen gaan maken, altijd een krantenkop erbij, want actualiteit was in die periode – en nu nog steeds natuurlijk – super aanwezig.

Laat je dit dan tijdens To Be Antwerp zien bij Kavka?

Ja, ik heb een boekje gemaakt van al mijn tekeningen. Het heeft een gouden randje (lacht) zoals een sprookjesboek. Dat is het meest ‘afgewerkte’ product dat ik heb, samen met een krat vol tekeningen. Echt nog geen idee hoe ik die ga tonen (lacht).

Wat is je meest ideale situatie waarin je tekeningen terecht komen?

Ik vind het een leuke bezigheid, maar ik wil er ook vooral geen stress van krijgen. Dus misschien wat postkaartjes en zo kleine dingetjes.

Niet in de HUMO ofzo (knipoog)?

Ja awel, mijn docent zei dat ik dat moest proberen. Toen heb ik wel wat positieve respons gekregen, maar er is uiteindelijk nog niks mee gedaan. Ze hebben al wel wat vaste cartoonisten he (lacht). Dus ja, zou natuurlijk leuk zijn. Maar ik denk dat het helpt als je al een beetje bekendheid hebt. Misschien probeer ik het binnen een jaar nog eens (lacht).

En wat doe je nu?

Ik heb een nieuwe job! Morgen is mijn eerste dag als copywriter. Ik heb gemerkt dat ik copy liever doe dan design. Dus volg ik nog een avondopleiding copywriting. Ik had eigenlijk niet verwacht al een job te vinden, maar ja, dat is mijn main focus dus voor nu.

Je hebt op Sint-Lucas gezeten, was er iemand daar die voor jou een bepaalde mentor rol heeft gespeeld?

Ja, mijn master coach Jan Baert. Die heb ik in mijn eerste en derde bachelor gehad voor reclame. Tijdens mijn masterproef was hij degene die me constant aanmoedigde. Als ik de zotte projecten van anderen zag, dacht ik niet dat ‘elke dag een tekening maken’ voldoende zou zijn. Maar hij bleef me dus motiveren. En honestly, mijn klasgenoten waren ook echt stuk voor stuk mentors, we hadden een zotte drive. Dus ik baal wel een beetje dat dat gedaan is, naar school gaan enzo. Nu moet ik echt dingen gaan doen met mijn leven (lacht).

Zie je een evolutie in jouw werk?

Ja eigenlijk. De mop is dat ik nooit echt goed kon tekenen. In het vierde middelbaar zeiden ze op de tekenacademie al van “jij gaat maar beter fotografie doen”. Dan had ik een keertje met mijn slechte hand getekend, mijn docent vond dat wel iets hebben. Iets met “gevoelige lijnen” enzo. Dus heb ik dan maar een volledig jaar met mijn slechte hand getekend.

Toen ik begon ik voor mijn masterproef met Gaat Goed Hoor, eigenlijk een soort dagboek. Oorspronkelijk deed ik dat weer met mijn goede hand. Want ja, dat is je masterproef, die moet er wel echt gewoon goed uit zien. Maar dat paste eigenlijk niet bij chaos in mijn leven. Dus ik ben toch terug met die slechte rechterhand gaat tekenen, dat werkte beter.
Op Sint Lucas mocht je uitwerken hoe je wou, het draaide om de boodschap. En dan met corona, kreeg je wel feedback maar je zag minder werk van klasgenoten. Dan begin je automatisch meer je eigen ding te doen. Op dat vlak heeft die periode me toch ook geholpen. Ik heb nu veel meer een individuele stijl.

Heb je een favoriete ontwerper of kunstenaar?

Ja ik heb er wel een paar, bijvoorbeeld Tara Booth. Die maakt tekeningen over mental health, seksualiteit en gewoon ook het dagelijkse leven. De tekeningen hoeven totaal niet ‘mooi’ of ‘aantrekkelijk’ te zijn, dat vind ik superfijn.
Dan ook Jon Michael Frank, die maak zo van die korte verhaaltjes: totaal niet ‘realistisch’ getekend, maar toch heel herkenbaar. Als ik dan zo een dag heb waarop mijn leven weer echt een mess is, dan zie ik hun posts en denk ik van “ah nice”. Niet dat ik dan blij ben dat andere mensen ook struggelen, maar ja, je snapt wel.

Vind je dat belangrijk dat cartoons een betekenis hebben?

Niet per se, sommige cartoons zijn echt compleet nutteloos maar toch ook leuk. Ik vind het gewoon belangrijk dat als je een draagvlak hebt, je weet dat je daar iets mee kan doen. Ik heb zelf echt totaal niet veel volgers. Maar als ik voor één iemand iets kan betekenen, dan is dat echt al genoeg voor mij.
Mijn thesisonderwerp was “Kan je nog tevreden zijn met een doorsnee leven?”. In het ‘voorstukje’ had ik geschreven hoe ik heel mijn leven enkel boterhammen met hagelslag at. Ik was daar oprecht tevreden mee. En dan zie je op Instagram zo’n toast avocado of bananenbrood, en besef je dat je zoveel krijgt aangepraat. Dan nog wat algoritmes erbij die zorgen dat je nog meer te zien krijgt van wat je eigenlijk beter niet ziet.

Als ik een goede dag heb, dan maak ik daar een tekening over. Maar ik maak ook best veel cartoons met gezaag, dat is gewoon een veel eerlijkere weergave van mijn leven.

Wat zou je adviseren aan iemand die nu is begonnen met een studie aan de kunsthogeschool?

Vind ik lastig, misschien, niet te veel kijken naar wat de rest van je klas doet. Want ik liet me daar best hard door beïnvloeden. Aan de andere kant, kan je daar ook veel van leren. En vooral van genieten, en alle ateliers uitbuiten (lacht).