Shelsey

Shelsey Boermans

Gert Voorjans
&
Sint-Joriskerk

Waar ben je nu mee aan het werk, behalve je educatieve master?

Momenteel ben ik nog niet ergens mee bezig, want ik wist niet hoe druk mijn schema met de educatieve master zou zijn. Ik ga binnenkort een stage doen in de Zandberg. Dit is een atelier voor mensen met een beperking. Voor nu ben ik dus even aan het afwachten want ik heb weer veel theorieles en drukte momenteel. Maar, ik ga nadat alles rustig is, zeker terug beginnen met tekenen.

Kan je wat meer vertellen over je master project?

Het project heet “As I Began To Love Myself”. Die titel komt van een gedicht. Initieel wou ik dit gedicht illustreren, maar toen dacht ik al snel dat ik een te grote focus op het gedicht zou leggen. Dus ik ben een eigen weg ingeslagen. Het idee kwam op om mensen naakt te fotograferen. Dat was vorig jaar tijdens de lockdown. Maar, vanwege de verstrengde maatregelen werd het te moeilijk om bij mensen thuis af te spreken. Dus heb ik dit als een research laten varen, maar ik ben mezelf als onderwerp gaan nemen. Want ik heb mezelf altijd bij me om te fotograferen en na te tekenen. Dat was wel heel confronterend, met ups-en-downs. Want op die momenten keek ik echt naar mijn lichaam om elk lijntje te tekenen. Dat was soms voor mij ook wel moeilijk. Dat heb ik in die portretten ook getoond, hoe dat dat begint en hoe dat je tot die zelfliefde kan komen. Dat gaat nu eenmaal niet van een leie dakje. Dat wou ik aantonen met dit masterproject: hoe ik mij voel. Een reis naar zelfliefde. En dat blijft een lopend project.

Ik heb ook huid scans gemaakt. Ben op mijn scanner gaan liggen en dan kwamen echt de details van lijntjes en plekjes naar boven. Bij mij was dat een manier om te accepteren. Ik ben gelukkig met mijn lichaam, daar niet van. Ik denk dat iedereen dat wel eens heeft, of gehad heeft. En in coronatijd was dat wel heftig, omdat je vooral op jezelf bent. Maar meestal zit je wel alleen, als je er zo over begint na te denken. 

Daarom dat ik de titel ook heel mooi vond passen bij mijn project.

Weet je nog van wie dit gedicht is?

Het komt uit het boek “When I loved Myself Enough” van Kim and Alison McMillen, waar ze vaak de zin in gebruiken: “today I know this is confidence”. Daar wou ik initieel een illustratief verhaal rond maken, maar toen dacht ik nee, ik ga mijn eigen pad op.

Wat toon je in de Sint-Joriskerk en wat toon je bij Gert Voorjans?

Bij de kerk zal ik monotypes tonen met houtskool. Zo heb ik de portretten gemaakt, omdat er dan ook zo een soort van fragiliteit in zit, wat wel past bij mijn werk. Dus dat is geleidelijk aan zo gekomen. Ik heb wel veel geëxperimenteerd, ook met lino, dat in je blad wordt gedrukt maar zonder inkt. De naaktheid letterlijk. Maar dan heb ik besloten dat ik daar geen grotere werken mee kon maken, want dat was heel intensief. Die portretten, dat zijn dingen dat ik echt gevoeld heb, het is geen mooi maken ofzo. Het is echt zoals het is.

Wat ik bij Gert Voorjans zal tonen, dat zullen scans zijn van mijn lichaam. Ik heb toen echt posities moeten aannemen *lacht*… Het zal ook interessant zijn met de werken die er nu zullen zijn. Want omdat die sculpturen ook een beetje platgedrukt lijken, dus dat lijkt wel een leuke speling. Maar ik zal verder nog even kijken wat ik doe, misschien nog iets uit vrije grafiek tonen. Ik ga zien.

Heb je gedurende je hele opleiding bij Sint Lucas getekend?

Goh, in het begin heb ik ook veel collage gedaan. Naargelang dat je verder en verder komt in het jaar, ga je wel steeds meer uitproberen. Dus ik ben wel meer gaan experimenteren: ik vind collages leuk maar hoe kan ik dat verder brengen. Dat is echt vaak een prutswerk, in kleine vormpjes. En ik merk dat ik nog steeds vaak teruggrijp naar collages. Voor mijn bachelorproef heb ik zelf bladen geschilderd met verf, en verschillende soorten verf gemengd met wasmiddel, zo experimenten om echt te laten zien wat is die reactie op elkaar. En dat bracht zo een heel spacy gevoel. Ik vind het wel leuk om steeds te zoeken naar mijn liefde voor iets maar hoe kan ik het anders uiten.

Had je een mentor die je heeft aangespoord in jouw artistiek carrière?

Dat was eigenlijk al in het leerjaar, dat een leerkracht tegen me zei dat ze me KSO aanraden, en dan ja, ben ik gaan zien. Naarmate die opleiding vorderde, vond ik dat echt heel leuk, en die liefde is eigenlijk nooit echt weggegaan.

En je hebt in je master jouw masterproject gedaan, maar ook je thesis moeten schrijven. Waar ging die over?

Mijn paper ging over het verachtelijke. Het lichaam dat voor de maatschappij niet lukt. Dat waren werken van een beeldhouwer ook, die zo heel volumineuze pakken vlees maakt, heel realistisch en disturbing op hetzelfde moment. Zijn naam is John Isaacs. Deze mannelijke kunstenaar met zijn beeldhouwwerken heb ik dan vergeleken met de schilderijen van de vrouwelijke kunstenaar Jenny Saville. Daar zat ook wel een diepere betekenis achter. En dat ben ik dan verder gaan onderzoeken. Ik ben dan gaan kijken waarom we andere soort lichamen niet accepteren, het “abjecte” lichaam. En dan ben ik gaan kijken, hoe zit mijn lichaam in elkaar.

Nu doe je de educatieve master, is dit iets wat je zou verder willen doen?

Tijdens mijn stage ben ik er achter gekomen dat dit inderdaad echt iets voor mij is.

Heb je een advies voor studenten die nu starten?

Zo goed mogelijk communiceren met de docenten, die hebben mij echt enorm geholpen. Ook al heb je niks gedaan, maar je communiceert dat je zegt dat je vast zit, dan gaan ze je helpen en begeleiden. Niet dingen doen die anderen willen, maar die je zelf wilt doen. Daar komen de mooiste resultaten van.